Skip to main content

Gemeente Utrecht experimenteert met BPMN binnen Common Ground

PoC voor Common Ground

Experiment zaakgericht werken

Inzet BPMN voor API-koppelingen

Common Ground staat voor 1 keer maken, 355 keer toepassen. Het is het gemeentelijk initiatief dat het delen van kennis en software tussen gemeentes mogelijk gaat maken. Met dit initiatief wil de overheid minder afhankelijk worden van monolithische systemen, de ‘vendor lockin’ verminderen, minder duplicaten van data opslag en transparantie voor burgers verbeteren.

De vraag

De gemeente Utrecht wil weten of BPMN 2.0 en specifiek de open source community editie van Camunda een waardevolle toevoeging kan zijn binnen een proeftuin die ze voor Common Ground heeft ingericht. Ritense is gevraagd te ondersteunen bij een pilot, waarmee aangetoond dient te worden dat Camunda gekoppeld kan worden met de API’s voor Zaakgericht Werken. Dit wordt gevalideerd op basis van het proces Beheer Inrichting Gebruik, waarmee Utrecht de openbare ruimte beheerd (BInG).

Oplossing

Binnen een periode van circa acht weken is er een Proof of Concept gebouwd. Het team heeft via NLX, de service laag die gemeentes in staat stelt veilig data uit te wisselen, samengewerkt met het ontwikkelteam van Utrecht. Er is een dockercontainer gebouwd met daarin Camunda en aanvullende modules, waarmee gekoppeld is met de API’s voor zaakgericht werken, die reeds eerder zijn ontwikkeld. De applicatiebeheerders van de gemeente hebben het BInG-proces in BPMN gemodelleerd. De oplossing is zodanig gemaakt, dat applicatiebeheerders zelf zonder programmeren processen kunnen koppelen aan zaken.

Resultaat

Het PoC zal worden vergeleken met het alternatief, een gecodeerde workflow. Op basis daarvan zal Utrecht gaan bepalen of BPMN een plaats zal krijgen in haar enterprise architectuur van Common Ground binnen de gemeente Utrecht.

Common Ground staat voor 1 keer maken, 355 keer toepassen, zodat alle gemeentes kennis en software kunnen delen.